3
Natascha
Langzaam klimt mijn geest terug naar de oppervlakte. Naar het warme licht dat mijn gezicht streelt. Eigenlijk wilde ik niet meer terug. De rust waarin ik me bevond voelde prettig, vredig.
Maar iets in me bleef aan mij trekken. En wat ik ook probeerde, het liet me niet los.
Ik hou van je, Natascha. Kom terug!
Maar dat niet alleen…
Langzaam open ik mijn ogen en fluister zijn naam. ‘Lev…’
Om ze gelijk weer te sluiten, want ik word verblind door een straal zonlicht dat door een kier naar binnen schijnt, recht op mijn gezicht. Ik draai mijn gezicht van het raam weg en ga op mijn zij liggen, als ik tot mijn verbazing een slapende Lev naast me zie liggen. Hè? Verward duw ik mezelf wat omhoog en kijk om me heen. Dit is niet mijn kamer. Maar… Hoe…
‘Natascha…’
Ik kijk naast me en zie een nog wat slaperige Lev mij geëmotioneerd aankijken. Zijn goudkleurige ogen stralen een en al warmte uit, liefde voor mij.
‘Eindelijk!’
Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Wat bedoel je?’
‘Je hebt bijna vijf dagen in coma gelegen.’
‘In een coma gelegen?’ Dan herinner ik het me allemaal weer. ‘Je wond!’
‘Die is zo goed als genezen, dankzij jou, benadrukt hij.’ Hij slaat de deken weg en toont me zijn dijbeen. ‘Zie je?’
Ik strek mijn arm en ga met mijn vingertoppen over het litteken. Een zucht van opluchting streelt mijn lippen. ‘Selene, zij dank.’
Lev legt zijn hand op mijn achterhoofd, leidt me naar hem toe en kust me teder. Een kus vol emoties die ik voel tot in mijn tenen.
‘Ik was zo bang dat ik je kwijt was!’
Zijn verdriet steekt me diep.
Beschaamd sla ik mijn ogen neer. ‘Dat was ook bijna gebeurd. Ik werd steeds verder mee de diepte ingetrokken, maar ik was te moe om ertegen te vechten.’ Dan kijk ik hem weer aan. ‘Tot ik vanuit het niets ineens een ongelofelijke kracht door mijn lichaam voelde stromen en een stem tot mij sprak die zei dat het mijn tijd nog niet was en ik moest vechten. Als ik het zou opgeven, zou ik sterven en zou de toekomst van de weerwolven en de elfen met mij mee sterven.’
Lev kijkt me aandachtig aan, maar onderbreekt me niet.
‘Ik weet niet waarom, maar die stem…’ vervolg ik peinzend. Ze voelde oud, maar tegelijkertijd voelde ik ook een ongelofelijke kracht en wijsheid erdoorheen geweven. En warmte, alsof ze me kende, waarna ze me erop wees dat iemand mij nodig had en ik je stem hoorde.’
‘Herkende je de stem?’
Ik denk voor een moment na, maar schud dan mijn hoofd. ‘Nee, ik heb werkelijk geen flauw idee wie het was, behalve dat het een man was.’
‘Er zijn niet veel weerwolven of elfen die deze gave hebben om iemand vanop afstand op deze manier te bereiken,’ merkt Lev peinzend op. ‘Maar wie het ook was, ik ben hem ontzettend dankbaar.’
‘De elfen zouden mij nooit helpen, maar wat nu, Lev? Ik bedoel: ik neem aan dat je ouders nu van onze relatie op de hoogte zijn?’
Tot mijn verbazing glimlacht hij. ‘Dat zijn ze. In tegenstelling tot mijn moeder, ziet mijn vader het anders. Hij is niet tegen ons, maar hij zit met de gevolgen van onze relatie, die ongetwijfeld invloed hebben op de roedel. Maar dat je mij, zijn opvolger, het leven hebt gered, dat is niet iets wat hij licht opvat.’
‘En wat me bijna het leven kostte,’ zeg ik zacht. ‘En toch zou ik het zo weer doen.’
‘En juist dat maakt je een Luna. Mijn Luna.’ Hij buigt naar me toe en kust me teder. Ik nestel me tegen hem aan en leg mijn hoofd op zijn borst. Zo liggen we voor een tijdje als ik hem mijn naam hoor zeggen.
Ik til mijn hoofd op en kijk hem aan. ‘Wat is er?’
‘Mijn vader… Hij vraagt me of je al wakker bent en… we hebben gasten,’ voegt hij na een korte stilte toe en kijkt me verbaasd aan. ‘Ze komen voor jou.’
‘Gasten, voor mij?’ zeg ik vol ongeloof. ‘Wie dan!’
We zitten nog maar nauwelijks overeind of er wordt op de deur geklopt. Dan gaat ze open en komt de alfa binnen.
Zodra hij bij het voeteneind staat, zie ik duidelijk opluchting bij hem. ‘Het doet me goed om te zien dat je weer aanspreekbaar bent, Natascha.’
Geraakt door zijn woorden, de warmte in zijn stem kijk ik hem aan. ‘Dank u,’ zeg ik zacht, niet goed wetend wat ik anders moet zeggen. Dat men vriendelijk tegen mij is, is niet bepaald iets wat ik gewend ben. En dat ziet hij.
‘Ik geef toe dat ik nog steeds moet wennen aan het idee dat jij en mijn zoon een koppel zijn,’ vervolgt hij dan ernstig. ‘Net als dat ik tot voor kort niet altijd even gemakkelijk was, maar… weet dat je vanaf nu altijd welkom bent.’
‘Dat waardeer ik ontzettend, alfa, al besef ik heel goed dat u altijd handelt in het belang van uw roedel.’
Hij knikt. ‘Altijd. Maar mijn vrouw heeft me laten inzien dat sommige regels niet altijd meer relevant zijn. Dat we misschien eens meer moeten gaan handelen naar de tijd waarin we nu leven en dat je soms de eerste moet zijn die die stap neemt.’ Dan draait hij zijn gezicht naar de deur en wenkt.
En wat ik dan zie?
Op onze Sjamaan Adana na, komen er nog twee mensen binnen. Of, nee, het zijn twee elfen! Een oudere man en vrouw, gekleed in prachtige, zijden gewaden. De vrouw komt me vaag bekent voor en ik besef dan wie er voor me staan, Catrione en Rognall, oftewel… ‘Mijn grootouders,’ zeg ik zacht. Ik kijk de oude vrouw bewogen aan. ‘Mijn moeder. U had zowaar haar tweelingzus kunnen zijn.’
Ze komt naast me staan, neemt mijn handen in de hare en zegt: ‘En ik zie haar in jou, mijn lieve kind.’
Mijn grootvader komt naast haar staan. ‘Je hebt haar ogen, haar engelachtige gezicht,’ vult hij aan.
Ik knijp mijn ogen samen. Zijn stem... Als ik dan besef waar ik die eerder heb gehoord, bedekt mijn huid zich met kippenvel. ‘U was het,’ fluister ik. ‘U heeft me geholpen mijn weg terug te vinden naar de oppervlakte, naar Lev.’
Hij knikt.
‘Maar hoe?’
‘Ons bloed bindt ons, waar we ook zijn. We voelden het toen je moeder overleed, net als jouw enorme, ongekende kracht tijdens de heling, maar ook hoe je daarna zelf op het randje zweefde. Kort daarna nam jullie sjamaan contact met ons op en vertelde ons wat ze gezien had. Een toekomst waarin zowel de elfen als jullie weerwolven verloren zijn als we onze krachten niet gaan bundelen tegen het rijzende kwaad.
‘President Petrov,’ gromt Borya.
Mijn grootvader schudt zijn hoofd. ‘Ik heb het over Mikhail.’
‘Zijn zoon?’ zegt Lev verbaasd.
‘De kogel die jou heeft geraakt, is zijn uitvinding. Waarvan zijn vader handig gebruik maakt nu hij de jongen nog onder de duim heeft. Maar voor hoelang nog?’
‘Maar wat heeft dat met mij te maken, grootvader?’ vraag ik zacht.
Er verschijnt een intense, maar warme blik in zijn ogen. ‘Jij draagt het antwoord in je schoot dat honderden jaren geleden al voorspeld is, maar in de vergetelheid was geraakt. Namelijk dat een half elf, half wolf een zoon zal baren met een hemelse ziel. Oftewel, de wedergeboorte van Cheiron. Hij was de eerste heler. Net als jij half elf, half wolf, gezegend door Selene met een ongekende helende kracht toen een duistere macht ons een paar honderd jaar geleden allemaal wilde uitroeien.’
Een naam die ik al eens eerder heb gehoord. Vol ongeloof kijk ik naar Lev die mij net zo aankijkt.
Vervolgens richt hij zich tot mijn grootvader en zegt, ‘Ze is na mijn heling door Alaric nagekeken, maar die heeft mij hierover niets verteld. En dat is op zich ook wel weer begrijpelijk,’ denkt Lev hardop. ‘Een zwangerschap is niet bepaald iets waaraan we op dat moment dachten.’
‘Ik voel zijn aanwezigheid, zij het nog zwak,’ vervolgt mijn grootvader. ‘Wat logisch is, aangezien je prille zwangerschap en dat zijn hart nog maar een dag of vijf geleden is gaan kloppen.’
Vol ongeloof kijk ik voor een moment naar mijn buik en dan weer naar mijn grootvader. Ik wist dat er een kans was dat dit kon gebeuren toen Lev en ik ons overgaven aan ons verlangen naar elkaar, maar toch…
Intussen is Adana bij ons komen staan.
‘Het is waar wat hij je zojuist heeft verteld,’ bevestigt ze zacht en kijkt me vriendelijk aan. ‘Selene heeft me via deze visioenen zowel het verleden, als de toekomst van Cheiron laten zien, waaronder zijn wedergeboorte. Jullie zoon, die over ruim zeven maanden, op een warme zomerdag geboren zal worden.’
Maak jouw eigen website met JouwWeb