1
Heden...
Natascha
Ik sta op het punt om naar bed te gaan als er op de deur wordt geklopt.
‘Natascha!’
Geschrokken kijk ik naar de deur. Dat klinkt als mijn oom Boris, maar wat moet hij op dit late tijdstip van mij? Onrust vult mijn hart. Dit kan nooit veel goeds betekenen.
Snel doe ik open.
Zodra onze ogen elkaar ontmoeten, bewegen zijn lippen.
‘Je moet bij de alfa komen.’
Verbijsterd kijk ik hem aan. ‘Pardon?’ Ik zet een paar passen naar achteren en laat hem binnen.
Hij sluit de deur achter zich en fluistert: ‘Het gaat om Lev.’
Mijn ademhaling hapert.
‘Hij is in levensgevaar en de arts kan hem niet helpen.’
Ik dwing mezelf te ademen, terwijl ik hem gebaar dat hij moet verdergaan. Intussen pak ik mijn gevoerde laarzen en luister aandachtig terwijl ik ze aantrek.
‘Hij werd geraakt door een zelfgemaakte kogel van Petrov, waarvan de legering onder andere uit kwik bestaat, gevuld met vloeibaar zilver.’
Ik vloek inwendig en snap meteen waarom ik moet komen. Lev, met wie ik in het diepste geheim een relatie heb, is onze toekomstige alfa, en de enige reden waarom zijn vader mij erbij haalt.
Ik ben een heler, zij het half elf, half weerwolf zonder wolf. Het resultaat van de liefde tussen een weerwolf en een elf – een ongehoorde liefde. Ondanks dat ik in haar groeide, werd mijn moeder door haar eigen mensen verbannen. In hun ogen had ik nooit mogen bestaan.
Mijn vader zag toen nog maar één uitweg en besloot om naar de alfa te gaan en hem om hulp te vragen. Ze mochten blijven, zij het wel aan de uiterste rand van de gemeenschap die gevestigd is, midden in Valdajski. Het grootste national park van Rusland, ver van de bewoonde wereld waar we in vrede met elkaar leven. Ik woon nog steeds in de hut die mijn vader destijds zelf heeft gebouwd. Mijn ouders werden door mijn vaders soortgenoten gedoogd, maar meer ook niet. Zowel de elfen als de weerwolven zijn te trots om ook maar een strobreed toe te geven of in te binden. Het gaat zoals zij het willen en niet anders. Het mag dan ook een wonder heten dat mijn ouders hier mochten blijven wonen, zij het onder de radar. Voor hun soortgenoten buiten deze roedel besta ik dan ook niet.
Naast Lev is oom Boris een van de weinigen hier die met mij omgaat en is de enige familie die ik nog heb, sinds mijn ouders er niet meer zijn. Ik weet niet beter. Net als dat ik van mijn ouders heb geleerd dat ik ondanks alles moet klaarstaan. Als heler hoor ik de roedel te helpen waar ik kan. Ik bezit een zeldzame gave die niet alleen verantwoording met zich meebrengt, maar ook angst voor mensen als president Petrov. Als hij van mijn bestaan zou afweten…
Niet veel later volg ik mijn oom in het holst van de nacht, door de sneeuw tussen de huizen door naar het grootste huis midden in de gemeenschap.
Selene, sta mij bij, smeek ik in stilte tot de maangodin. Ik mag dan wel deze gave bezitten, maar ik heb geen flauw idee hoe omvangrijk mijn kracht is. Normaal word je daarin geschoold en bijgestaan door een oudere heler, maar aangezien de elven niets van mij willen weten…
Dankzij een oud dagboek dat door de vorige helers in mijn moeders familie is bijgehouden en dat zij als enig kind heeft gekregen, heb ik veel geleerd. En toch was dat voor mijn gevoel nog maar het topje van de ijsberg. Wat ik nooit te weten zal komen, aangezien ik, volgens mijn moeder, een van de laatsten ben.
Eenmaal bij de woning gaan we naar binnen waar de alfa al op ons staat te wachten. Zonder een woord te zeggen, doe ik mijn cape uit en overhandig hem aan Boris.
Volg mij, hoor ik Borya in mijn hoofd zeggen.
Zwijgend volg ik hem de hal door en de trap op waarna we door de gang lopen. Helemaal achterin bij de laatste deur lopen we een slaapkamer binnen. Lev ligt in een tweepersoonsbed, en zodra ik zijn gezicht zie, weet ik dat het goed mis is.
Snel loop ik naar hem toe en leg mijn hand op zijn voorhoofd.
Lev…
Het is gloeiend heet. Zijn bleke, haast grauwe huid is bedekt met zweet en zijn snelle ademhaling vertelt me dat zijn lichaam vecht tegen de dood en zal verliezen als we niet snel ingrijpen.
Natascha…
Opgelucht haal ik adem. Selene zij dank dat hij nog bij ons is.
‘Waar werd hij geraakt?’
De alfa komt naast mij staan en trekt de deken wat weg waardoor Lev zijn gespierde linkerbeen komt bloot te liggen. Ze hebben zijn bovenbeen met een tourniquet afgebonden bij zijn lies, in de hoop zo de verspreiding van het zilver te vertragen. Het is rood en gezwollen. Echter rondom de kogelwond begint het al zwart te worden, wat betekent dat het al zeker een uur geleden is dat hij werd geraakt.
De man kijkt mij indringend aan. De angst in zijn ogen raakt mij diep. Hier staat nu geen alfa, maar een vader voor mij.
‘Kan je hem helpen?’
Ik kijk de alfa aan. ‘U weet dat mijn kennis beperkt is.’
Hij knikt. ‘Doe wat je kan. Meer vraag ik niet.’
Ik knik en denk na, terwijl ik de wond bestudeer. ‘De restanten van de kogel heb ik eruit gekregen,’ informeert Alaric, onze arts mij. Wat bijzaak is, want het is het zilver waarover we ons zorgen maken en dat nu langzaam door Levs lichaam wordt opgenomen.
‘Ik heb een zaklamp, handdoeken, gekookt water, een emmer, een gesteriliseerd, scherp mesje en een grote injectiespuit nodig,’ som ik hardop op. Ik kijk Alaric aan. ‘Heb je die laatste twee voorwerpen toevallig bij je?’
Hij knikt. En terwijl Boris voor de rest zorgt, loopt Alaric zonder enige tegenspraak naar zijn dokterstas die naast de deur op een stoel staat.
‘En trek een paar handschoenen aan.’
Terwijl ik wacht tot alles er is, denk ik aan een passage uit het dagboek. Hoe ik contact moet maken met het lichaam en het mij helpt de weg te vinden naar het zilver dat zich op dit moment door het lichaam verspreidt. Ik moet het naar mij toe leiden, wat niet bepaald ongevaarlijk is. Ik bezit tenslotte ook weerwolf genen. En het is als heler niet mogelijk om jezelf te genezen.
‘En nu?’ vraagt Alaric, als alles er is.
‘De opening moet groter, zodat u beter bij het zilver kan dat ik naar de uitgang leid.’
Vervolgens richt ik me op de alfa. ‘Dit is niet bepaald pijnloos, maar het is belangrijk dat Lev zijn been niet beweegt.’
Hij knikt, komt samen met oom Boris naast me staan en de beide mannen houden het been stevig vast, terwijl de arts zijn werk doet.
Lev kreunt, opent dan zijn ogen en kijkt me aan. Mijn geliefde, mijn alles.
Ik hou van je, Natascha, galmt het door mijn hoofd. De warmte in zijn stem vult mijn hart en er vormt zich een brok in mijn keel.
Plotseling grijpt hij mijn pols vast, kijkt me doordringend aan en zegt beslist: ‘Haal het eruit.’
De tranen branden achter mijn ogen, maar ik weet ze binnen te houden en ik knik.
Nadat Lev mijn pols weer heeft losgelaten, stopt Alaric, na een knikje van Lev, een houten bitje tussen zijn tanden.
Vastberaden richt ik me weer op zijn been. Ik plaats mijn handen aan weerskanten van de wond, sluit mijn ogen en maak mijn hoofd leeg. Ik bevrijd mezelf van mijn gevoelens voor Lev die me hierbij kunnen tegenwerken en maak plaats voor de heler in mij.
En terwijl ik probeer contact te maken met zijn lichaam, neurie ik zachtjes het lied dat mijn voorouders zongen. Ter ere van Selene, maar ook als een smeekbede om haar hulp, om haar kracht, haar wijsheid en begeleiding.
In gedachten baan ik me een weg door zijn lichaam, vloei ik mee met het bloed dat door zijn aderen stroomt. Ik zoek overal, maar ik vind niets en begin aan mezelf te twijfelen.
En dan, vanuit het niets, voel ik het. Ik glimlach opgelucht. Daar is het.
Ik beeld me in dat ik een magneet ben en voel hoe het zilver zich aan mijn energie vasthecht en zich vormt tot een lange rij van hele kleine balletjes. Langzaam, heel langzaam leid ik ze naar de uitgang. Wat me lukt, maar het kost me wel zowat al mijn energie. Het voelt alsof mijn hoofd in brand staat en mijn hersenen worden gekookt, maar ik zet door. Ik kan en mag nu niet falen.
‘Het werkt,’ merkt mijn oom naast me op. ‘Alaric zuigt het nu op.’
Op de achtergrond hoor ik Lev kreunen van de pijn en ik voel de trillingen die hij veroorzaakt doordat hij met zijn vuisten op het matras slaat.
‘Nog even volhouden,’ fluister ik bemoedigend.
‘Ik zie alleen nog maar bloed,’ merkt Alaric niet veel later op.
Ik knik, als bevestiging dat ik hem heb gehoord.
Uit voorzorg laat ik opnieuw mijn laatste beetje energie door zijn lichaam stromen, maar ik vind niets meer. Ik dank Selene en trek me langzaam terug.
Vermoeid open ik mijn ogen en veeg met mijn onderarm het zweet van mijn voorhoofd. Mijn shirt plakt aan mijn lichaam. Ik sta te wankelen op mijn benen en de kamer tolt om me heen.
‘Natascha?’
Ik kijk naast me en zie oom Boris mij bezorgd aankijken.
‘Gaat het wel?’
Ik open mijn mond, maar ik krijg geen woord over mijn lippen. Mijn hoofd vult zich met mist en het wordt zwart voor mijn ogen.
‘Natascha!’
De sterke armen van oom Boris vangen mij op en voorkomen nog net dat ik door mijn benen zak.
‘Breng me naar huis,’ fluister ik met mijn laatste kracht en dan word ik meegetrokken de duisternis in.
Maak jouw eigen website met JouwWeb